zaterdag 30 oktober 2010

Dag 26: onduurzaam onderweg naar Luxemburg

Hoe lastig het is duurzaam te leven terwijl je onderweg bent, heb ik de afgelopen dagen maar weer eens ervaren. Ik was uitgenodigd te komen praten over mijn 40 dagen campagne in Luxemburg. Hier vond de Benelux werkconferentie ‘Eet je bord leeg!’ plaats, waar een kleine honderd professionals uit de wereld van de natuur- en milieueducatie bij elkaar kwam om te praten over voedsel en duurzame ontwikkeling. Ik mocht als ‘levend boek’ vertellen over het waarom van mijn campagne en of die zich ook leent om opgeschaald te worden in andere landen of voor andere doelgroepen. De conferentie was met zeer veel zorg voor detail in het Luxemburgse Weicherdange georganiseerd door Michel Grevis. Door duurzaam te koken – vegetarisch, biologisch en/of lokaal geproduceerd - werd gepoogd de voetafdruk van de conferentie zo klein mogelijk te maken. Ook werden steeds weer andere producenten in het zonnetje gezet.


Helaas was het voor mij ondoenlijk om drie dagen vrij te maken en mee te deinen op deze golf van duurzaam voedsel. In plaats daarvan kwam ik donderdagochtend eventjes mijn opwachting maken om twee keer in het Engels en twee keer in het Nederlands mijn verhaal te doen. Leuke gesprekken volgden, ook wel veel vragen. “Wie bereik je nou met zo’n campagne?” was een veelgehoorde. En of je het ook voor andere doelgroepen zou kunnen toepassen. Eén meneer uit België vond mijn definitie van duurzaam voedsel wel heel algemeen. Geen eten weggooien bijvoorbeeld, dat sprak toch vanzelf? En dat je in de winter geen komkommers at omdat die uit kassen kwamen, dat wist toch ook iedereen? Waarop zich een aardig gesprek ontspon over wat mensen tegenwoordig wel of niet meer wisten van hun voedsel.


De vraag wat ik tot nu toe heb geleerd zette mij aan het denken. Hoewel ik nog midden in mijn leerproces zit en dat hopelijk ook na deze veertig dagen nog vele jaren doorgaat, zijn mij wel een aantal dingen opgevallen. Ten eerste is mij meer dan eens duidelijk geworden hoe veel mensen in Nederland – en dus ook daarbuiten – met zeer veel passie en enthousiasme met voedsel aan de slag zijn. Van heel kleinschalig tot heel grootschalig. Dit maakt me zeer hoopvol. Ook ben ik me ervan bewust geworden dat er geen ‘quick fixes’ zijn, zoals Dick Veerman het formuleerde. Het is een lange weg en we moeten allemaal een omslag maken naar duurzaam voedsel. Zelf ben ik, door er zo mee bezig te zijn met wat ik eet en hoe het is gemaakt, eten nog meer gaan waarderen dan voorheen. Ik was een vreemde combinatie van enigszins biologisch en een groot snacker. Nu ik (bijna) niet meer snack gaat liefdeloos voedsel me ook echt tegenstaan. En goed voedsel smaakt me nog beter dan voorheen. Het lijkt alsof er iets is veranderd in mijn smaak waardoor ik alleen nog echt voedsel zou willen eten. En steeds meer interesse heb in hoe het gemaakt is, waar het vandaan komt en welk verhaal de producent erover heeft.


Uiteraard hebben we - mijn vriendin vergezelde mij op deze tocht - genoten van de prachtige herfstkleuren. Onderweg naar en tijdens mijn verblijf in Luxemburg lukte het echter slecht om ‘echt eten’ vol te houden. Ondanks dat ik nog wat eigen fruit, thee, brood en rozijnenkoekjes had meegenomen. Omdat ik niet als deelnemer aan de maaltijden van de conferentie deelnam en verbleef in een hotel, moesten we zelf ons kostje bij elkaar scharrelen. Dat is niet erg bevallen. De horeca in dit prachtige deel van de Ardennen was zeker nog niet aangesloten op de duurzaamheidsgolf. Het dieptepunt was een troosteloze vegetarische pizza waar ik de volgende dag zelfs misselijk van was. Het resultaat is wel dat ik enorm verlangde naar huis en het eerlijke voedsel dat mij daar te wachten stond. En er nog meer van overtuigd ben dat echt eten mensen gelukkig maakt.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten