woensdag 20 oktober 2010

Dag 17: What's in a name?

Vroeger zat er op de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam een ‘biologische snackbar’, luisterend naar de naam Dolores. Twee weken geleden kwam ik erachter dat ze inmiddels Morning Star heten. Maar gisteren, toen ik er eindelijk met mijn oud-collega Arjette Stevens had afgesproken, belde ze me speciaal op om te vertellen dat het voormalig tramhuisje is omgedoopt tot ‘Het Houten Huis’, maar dat ik er nog steeds terecht kan voor een duurzaam lunchhapje. Dat deden we dus maar. Met een kaart met allemaal lekkere broodjes, hamburgers, frites en kroketten in soorten en maten (vooral de spinazie-kaaskroket die we deelden is een aanrader!), sapjes en lekkere koffie kan de duurzame snacker daar uitstekend terecht. Met de termen ‘fresh & organic’ bedienen ze vanuit dit piepkleine restaurantje ook de toerist die een belangrijk deel van hun klantenbestand vormt. Organic vind ik persoonlijk een heel stuk smakelijker klinken dan biologisch.


Het heeft iets van ‘vanzelfsprekend’, met de natuur meegroeiend, oorspronkelijk, zonder veel moeite. Een beetje grass root. Terwijl biologisch toch wat hard blijft klinken, alsof dat allemaal inspanningen kost. En het woord ‘bio’ is toch ook voor heel veel uitleg vatbaar. Zo richt de biochemie zich vooral op het leven op moleculair niveau en is de naam 'bio-industrie' ook niet bepaald ontstaan vanwege de natuurlijke productiewijze. En ik vond op internet weer een Stichting Bio die zich inzet voor de revalidatie van gehandicapte kinderen. Verwarring alom dus. Dat is met de term duurzaam zo mogelijk nog erger. Voor de een is iets ‘duurzaam’ als het lang meegaat, voor de ander als het milieu niet te zeer belast wordt. En ‘duurzaam eten’, wat ik nu probeer te doen, is toch ook niet een term waar je miljoenen mensen warm voor gaat krijgen. Eten moet in eerste instantie vooral lekker zijn. En misschien ook oorspronkelijk.


Ik voel wel iets voor dat organisch. Mijn campagne verloopt tot nu toe ook een beetje organisch. Ik had aanvankelijk keurig beschreven wat ik allemaal wilde gaan doen. Inhoudelijk doortimmerd en goed onderbouwd, van menuplanning, oriënteren op recepten, inkopen, koken voor vrienden, uit eten, naar de markt, snacken, de bedrijfskantine, zelf eten oogsten. Niets op aan te merken, behalve dat het vreselijk saai en gekunsteld is om voor 40 dagen campagne jezelf zo vast te leggen. Niets leukers dan maar gewoon met een vaag idee van start te gaan en te kijken wat er gebeurt. En zo heb ik het uiteindelijk ook gedaan. Wat blijkt? Er gebeuren allemaal leuke, onverwachte dingen. Ik ontmoet mensen die het enig vinden waar ik mee bezig ben. Ik krijg uitnodigingen om aan te schuiven in bedrijfskantines waar duurzame lunches geserveerd wordt, om bij varkenshouders een kijkje te gaan nemen, om mijn mening te geven over biologische groenten en fruit. En ik vind dingen in mijn mailbox of op twitter die ik zelf een plekje kan geven in mijn weekplanning. En zo ronsel ik mijn kostje bij elkaar en groei ik organisch mee met wat er in deze 40 dagen in de voedselwereld aan het gebeuren is.


Het past ook nog eens heel erg bij deze tijd. De echte beweging die nodig is om een omslag naar een duurzame wereld te krijgen, kun je niet van bovenaf sturen. Die komt niet ineens tot stand omdat de overheid daar een plan voor geschreven heeft. Die ontstaat vanuit mensen, bedrijven, gemeenten en provincies, particulieren. Grass root. Mensen die een idee krijgen, dit delen met andere mensen en uiteindelijk, stapje voor stapje, een grote en krachtige beweging kunnen vormen.

2 opmerkingen:

  1. Goed om te weten,
    Ben zelf nog hard op zoek naar een Aziaat (Thai, Indo, Pakistaan, Chinees, maakt niet uit) die in ieder geval geen vetsin (MSG) gebruikt, of misschien zelfs helemaal organic is. Ken jij er 1?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Ynzo, er zit een aziatisch restaurant in Arnhem - Memories of Asia, die vrij duurzaam zijn. Met streekproducten en zo, en in ieder geval een hele mooie keuken. Vetsin zou je moeten navragen.

    BeantwoordenVerwijderen